- Duits en Frans
behoren tot de top tien van meest
invloedrijke talen in de wereld en zijn de grootste talen
in de EU met respectievelijk 120 miljoen en 77 miljoen
moedertaalsprekers.
- Volgens
onderzoek van de INSEAD Business School komt het Frans op de
derde plaats als het gaat om de meest krachtige talen in de
wereld. De Duitse taal staat in deze ranglijst op de zevende
plaats. Bron: knowledge.insead.edu
- Frans wordt
wereldwijd door meer dan 250 miljoen mensen gesproken, op alle
continenten. Het is in 29 landen een officiële taal. Daarnaast
wordt het veel gebruikt als lingua franca in grote delen van
Afrika en bij internationale organisaties. Bron: www.francophonie.org
- Een studie van investeringsbank Natixis voorspelt dat het Engels als dominante internationale handelstaal zou kunnen worden verdrongen door het Frans. Door de bevolkingsgroei in Afrika zal het aantal Franstaligen tegen 2050 naar schatting 750 miljoen personen bedragen. Bron: Express business
Economie
- De Factsheet
Internationale handel van het CBS
laat zien dat Duitsland de belangrijkste handelspartner van
Nederland is. België (deels Franstalig!) komt op de tweede
plaats en Frankrijk staat op nummer vier.
- De Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland publiceert op www.rvo.nl uitgebreide
overzichten van de handel met Duitsland
en Frankrijk.
- Dit
document van de Hogeschool van
Arnhem en Nijmegen toont op basis van recente im- en
exportcijfers aan dat Duits, Engels en Frans de talen zijn die
voor Nederland in economisch opzicht het meest belangrijk
zijn.
- In Duitsland
zijn 6000 Nederlandse dochterbedrijven actief; andersom hebben
ruim 2000 Duitse bedrijven een vestiging in Nederland. Bron: machmit.nl
- Nederland was in 2017 de tweede handelspartner van
Duitsland, na China en voor de Verenigde Staten. De
Duits-Nederlandse handel liet dat jaar een groei van 15 miljard
euro zien: het totale handelsvolume steeg van 162,3 miljard euro
naar 177,3 miljard euro. Bron: Duits-Nederlandse
handelskamer
- De handel met Frankrijk kent een omzet van circa 40
miljard euro per jaar. Meer dan 17.000 bedrijven, waaronder veel
mkb, exporteren naar Frankrijk. Nederland is de zevende
afzetmarkt voor de Franse export. In Nederland zijn circa 400
dochterondernemingen van Franse bedrijven gevestigd. Bron: www.franszelfsprekend.nl
- De blijvende
aantrekkingskracht van Frankrijk als investeringsland wordt op
de website van de Franse ambassade cijfermatig onderbouwd onder
de noemer '10 cijfers die aantonen dat Frankrijk zijn charme
niet heeft verloren'. Zie nl.ambafrance.org
- Door gebrekkige
kennis van het Frans loopt het Nederlands bedrijfsleven
jaarlijks zeven miljard euro aan export naar Frankrijk mis. Deze
conclusie trok de Fenedex, de Federatie van Nederlandse
Exporteurs, in 2006 uit een onderzoek. Bron: managementsupport.nl
- Uit onderzoek van vacaturesite magnet.me
blijkt dat Nederlandse studenten relatief veel talen spreken
(gemiddeld 3 in het WO en 2 in het HBO). Uit de analyse van
vacatures blijkt dat het spreken van meerdere talen een
duidelijke meerwaarde heeft op de arbeidsmarkt.
- Frankrijk is
onder Nederlanders het populairste vakantieland. Volgens het Centraal Bureau
voor de Statistiek bracht bijna 20 procent van de
Nederlanders de zomervakantie van 2015 daar door. Frankrijk was
goed voor 1,8 miljoen vakanties. Daarna volgde Duitsland met 1,3
miljoen vakanties. Bron: De
Volkskrant
- Het aantal
buitenlandse toeristen in Nederland is in 2017 met 11 procent
gestegen. De meeste toeristen komen uit Duitsland en België.
Bron: nu.nl
- In het kader van de bevordering van mobiliteit en
intercultureel begrip heeft de Europese Unie het leren van talen
aangewezen als een belangrijke prioriteit. Meertaligheid speelt
volgens de EU een belangrijke rol in het Europese
concurrentievermogen. In Europa is daarom afgesproken dat iedere
Europese burger naast zijn moedertaal minimaal twee vreemde
talen leert beheersen. Lees
meer
- In september 2018 publiceerde de Adviesraad
Internationale Vraagstukken op verzoek van de Tweede Kamer het
rapport
Coalitievorming na de Brexit. Allianties voor een Europese
Unie die moderniseert en beschermt.
Hierin wordt gepleit voor nauwere samenwerking met Duitsland
en Frankrijk.
- de discussie rondom het nieuwe schoolcurriculum in po
en vo (curriculum.nu)
heeft de Tweede Kamer in 2015 een motie aangenomen waarin
gepleit wordt voor het behoud van een verplichte tweede moderne
vreemde taal in het curriculum en opgeroepen wordt om in het
onderwijs meer oog te hebben voor de grenstalen. Meer
info
- In de zomer van 2018 stuurde onderwijsminister Van
Engelshoven haar kamerbrief
internationalisering aan de Tweede Kamer. Op aandringen
van de MBO Raad, SBB, Job en Nuffic heeft naast het hoger
onderwijs ook het middelbaar beroepsonderwijs daarin een plaats
gekregen.
- Ter
ondersteuning van grensoverschrijdende samenwerking heeft
de Europese Unie het subsidieprogramma INTERREG in het leven
geroepen. In de Duits-Nederlandse grensregio worden diverse
projecten op het gebied van taalonderwijs en cultuur financieel
ondersteund. Meer info: www.deutschland-nederland.eu
- Begin 2018 presenteerde de KNAW het rapport Talen voor Nederland. Het is een pleidooi voor een samenhangend en verstandig taalbeleid. Volgens het rapport is het belangrijk verder te kijken dan het Engels en beter gebruik te maken van aanwezige talenkennis: 'Een meertalig competente bevolking met kennis van andere culturen is beter voorbereid op de uitdagingen vande moderne wereld'.
Onderwijs
- Het recente
proefschrift van Marjolijn Voogel biedt een historisch overzicht
en analyse van de positie van het Frans in Nederland (Bon ton of
boring? De ontwikkeling van het Frans in onderwijs en uitgeverij
in Nederland. Amsterdam: AUP, 2018 - meer
info). Lees hier
een samenvatting van de belangrijkste punten uit het onderzoek
of beluister een interview
met de auteur.
- Het aantal
leerlingen dat Frans en Duits als examenvak kiest is de
afgelopen decennia flink gedaald, al is de laatste jaren een
kentering te zien. Een onderzoeksrapport
van het Duitsland Instituut biedt op basis van cijfers van het
CITO inzicht in de aantallen examenkandidaten voor alle moderne
vreemde talen tussen 2000 en 2016.
- Leerlingen in
de onderbouw van het havo-vwo leren, naast Engels, in principe
twee vreemde talen (meestal Frans en Duits). In het vmbo hoeft
naast Engels maar één andere taal te worden aangeboden. In de
bovenbouw van het vwo kiezen leerlingen naast Engels één extra
(klassieke of moderne) taal. In het havo en vmbo geldt deze
verplichting niet. De examenprofielen economie &
maatschappij en cultuur & maatschappij bieden de meeste
ruimte voor het kiezen van talen, maar met name dat laatste
profiel wordt weinig gekozen. Lees meer op machmit.nl
- Volgens
docenten Frans hebben het lage aantal contacturen en de zware
weging van leesvaardigheid in het eindexamencijfer een
negatief effect op de taalvaardigheid van hun leerlingen (meer info).
De Vereniging van leraren in Levende Talen – sectie Frans
hanteert een advies lessentabel van minimaal 3
uur per week. Ook pleit zij voor een andere opzet van het
centraal schriftelijk examen.
- Sinds 2015
mogen basisscholen een deel van hun lessen in een andere taal
aanbieden. De overgrote meerderheid van de scholen kiest voor vroeg
vreemdetalenonderwijs (vvto) in het Engels, maar in
sommige scholen (met name in de grensstreken) kiezen voor Duits
of Frans. Zij worden daarin ondersteund door het Kenniscentrum
Buurtalen van Nuffic. Kijk hier
voor een overzicht van alle vvto-scholen anno 2018.
- Het onderwijs
in Duits en Frans staat het meest onder druk in het
beroepsonderwijs. Slechts zes procent van de vmbo-leerlingen
doet examen in Frans, nog geen kwart kiest Duits. Dat werkt door
in het mbo, waar deze talen uit veel opleidingen zijn verdwenen.
In Levende
Talen Magazine verscheen in 2012 een somber artikel over
de positie van Frans in het mbo. Inmiddels is de situatie verder
verslechterd.
- Volgens
socioloog Rineke
van Daalen is talenonderwijs juist in het beroepsonderwijs
van groot belang, vanwege de toenemende internationalisering.
Een groeiend aantal studenten loopt stage in het buitenland of
neemt deel aan uitwisselingsprojecten en in hun toekomstige
beroep zullen zij met meerdere talen te maken krijgen.
- Het aantal
studenten Duits en Frans in het hoger onderwijs is de afgelopen
decennia flink gedaald. Dit is een gevolg van de sterke lobby
voor exacte vakken in het vo en de voorkeur van studenten voor
bredere opleidingen. Hierdoor is met name voor Duits een nijpend
lerarentekort ontstaan dat de komende jaren nog verder dreigt
toe te nemen. Bron: Duitsland
Instituut
- Uit bezorgdheid over de dreigende teloorgang van het academische talenonderwijs hebben de Nederlandse universiteiten begin 2018 een Nationaal Platform voor de Talen opgericht. Dit platform heeft in november 2019 een Actieplan voor de talenstudies aan het ministerie van OCW aangeboden.