Doris Abitzsch, Eva Knopp en
Marije Michel, 'Juist nu hebben we ze nodig: jongeren
die leraar Duits willen worden' (NRC, 4 oktober 2023)
Leraren Duits zijn moeilijk te vinden. Niet gek
als je ziet dat kiezen voor een talenstudie vooral
wordt ontmoedigd. Het imago van de studies Duits en
Frans moet anders, schrijven drie universitaire
lerarenopleiders Duits: Als we jaarlijks van elke
middelbare school minimaal één student Duits (en één
voor Frans) binnenkrijgen, dan hebben we dat
lerarentekort binnen vijf jaar opgevuld."
Bea Ros, 'Neerwaartse spiraal bedreigt
talenvakken.' (aob.nl, 26 september 2023)
De talenstudies trekken steeds minder studenten.
Dat geldt niet alleen voor Frans en Duits, maar ook
voor het kernvak Nederlands. Als niemand meer een taal
studeert, droogt de aanwas van nieuwe leraren op. “Het
is echt crisis nu.” Verschillende betrokkenen pleiten
om actie vanuit de overheid en de schoolbesturen om
het tij te keren.
CDA-Kamermotie over talenopleidingen
met forse steun aangenomen (Neerlandistiek.nl, 1 juni
2023)
De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen,
waarin gesteld wordt dat een deel van de sectorgelden
moet wordt uitgegeven aan de ’tekorttalen’ Nederlands,
Frans en Duits. Ook vindt de Kamer dat er een grote
landelijke campagne ‘kies talen’ moet komen.
Kees van Eunen, 'Nederland spreekt z’n
talen – of niet meer?' (Reformatorisch Dagblad, 31 mei
2023)
Kees van Eunen (lid van de Visiegroep Buurtalen)
spreekt zijn bezorgdheid uit over de teloorgang van
het talenonderwijs. Hij betoogt dat de overheid het
maatschappelijk, cultureel en economisch belang van
Duits en Frans moet erkennen en het onderwijs hierin
stimuleren.
Erik Kuit, 'Overheid, investeer in
Frans en Duits’ (Het Parool, 16 mei 2023)
Naar aanleiding van de voorstellen van de
Nationale Commissie Sectorplannen stelt Erik Kuit dat
het centraliseren van de opleidingen Frans en Duits
desastreuze gevolgen hebben voor het talenonderwijs.
De overheid zou juist in deze vakken moeten
investeren, in plaats van zich te laten leiden door
doelmatigheidsdenken.
Het talenonderwijs holt achteruit:
'Door de focus op examenresultaten, krijgen leerlingen
hele oninteressante lessen' (NPO Radio 1, 4 mei 2023)
Het taalonderwijs in Nederland holt achteruit.
Het is steeds lastiger om docenten te vinden voor de
vakken Frans, Duits en zelfs Nederlands. Ook het
aantal taalstudenten op universiteiten wordt steeds
kleiner. Het radioprogramma Villa VdB interviewde
Maaike Koffeman (lid van de Visiegroep Buurtalen) over
deze problematiek.
Stijn Heusschen en Maaike Koffeman,
'Niemand wil meer leraar Duits of Frans worden en dat is
een groot probleem' (Trouw, 3 mei 2023)
Les krijgen in je ‘buurtalen’ is lang niet meer
vanzelfsprekend. Dat verzwakt onze reputatie van
meertaligheid, waarschuwen Maaike Koffeman en Stijn
Heusschen namens de Visiegroep Buurtalen. Ze pleiten
voor een integraal actieplan voor de talen in
voortgezet en hoger onderwijs.
Ken Lambeets, 'Hoe moet het verder met
de Nijmeegse opleidingen Duits en Frans?' (Voxweb, 3 mei
2023)
In april 2023 was er plots ophef rondom de
kleine talenstudies. De opleidingen Frans en Duits
krijgen weliswaar extra geld van de overheid, maar
moeten samen een landelijk programma vormgeven. Wat
betekent dit precies, en hoe moet het nu verder?
Voxweb sprak erover met hoogleraren Alicia Montoya en
Paul Sars.
Marc van Oostendorp, 'Lerarentekort:
eerst maar eens investeren' (Neerlandistiek.nl, 29 april
2023)
In reactie op het opiniestuk van Ewout van der
Knaap in NRC, stelt Marc van Oostendorp dat het echte
probleem ligt bij het lerarenvak: 'voor je begint
allerlei drastische aanpassingen te doen in het
academische onderwijsprogramma om zo zogenaamd de
studie aantrekkelijker te maken: suggereer niet dat de
lerarentekorten de schuld zijn van de universitaire
opleidingen, maar zorg eerst dat aan randvoorwaarden
is voldaan om het vak aantrekkelijk te maken.'
Ewout van der Knaap, 'Alleen een
nationale campagne kan de talenstudies redden' (NRC,
26 april 2023)
Goed dat het kabinet nu investeert in de
universiteiten. Op Frans, Duits en Nederlands is
zoveel bezuinigd, dat extra aandacht noodzakelijk is,
schrijft Ewout van der Knaap, hoogleraar Duits aan de
Universiteit Utrecht. Het is tijd voor een grote
landelijke campagne voor de talen.
De opleidingen Franse en Duitse Taal &
Cultuur in Utrecht moeten landelijk gaan samenwerken
met andere universiteiten. Daar is ook geld voor
uitgetrokken. Maar wat gaat dit betekenen voor
studenten? En hoe groot is het risico op een averechts
effect? UU-hoogleraren maken zich zorgen. 'We moeten
wel zichtbaar blijven.'
Nieuw elan is nodig om Frans en Duits in het
onderwijs opnieuw te laten bloeien, volgens Luuck Droste
(docent Duits en Frans in het voortgezet onderwijs). Als
de overheid niet ingrijpt voorspelt hij een treurig
einde van deze vakken.
Op 11 mei 2023 maakte de minister van OCW zijn
besluit bekend ten aanzien van de Sectorplannen. Het is
de bedoeling dat opleidingen in de tekortvakken Duits en
Frans gaan toewerken naar gezamenlijke
bachelorprogramma's. De hoogleraren en teamleiders Frans
benoemen in hun reactie de randvoorwaarden die nodig
zijn om deze plannen te laten slagen.
Naar aanleiding van het staatsbezoek van
president Macron doet hoogleraar Lotte Jensen een
krachtig pleidooi voor de opleidingen Frans en Duits,
waarvan het voortbestaan ter discussie staat naar
aanleiding van de Sectorplannen voor het
wetenschappelijk onderwijs. 'Houd de grootse "kleine
talen" in leven!'
Maaike Koffeman en Amber Smits over
het teruglopend aantal taalstudenten (NPO Radio 1, 21
juli 2022)
Talenstudies kampen met een slecht imago en
het aantal studenten blijft maar dalen. Dat is
zorgelijk, want we missen kansen. Betogen Maaike
Koffeman en Amber Smits van het Nationaal Platform
voor de Talen bij het programma Spraakmakers op Radio
1.
Bob van Huet, 'De toekomst is ook aan
het Frans, niet alleen aan het Engels' (Algemeen
Dagblad, 10 juli 2022)
De Franse taal staat onder druk, het aantal
eerstejaarsstudenten aan de universiteit daalt
schrikbarend. Alicia Montoya, hoogleraar Franse taal en
Letterkunde aan de Radboud Universiteit, luidt de
noodklok.
Marjolijn Voogel, 'We verwaarlozen de
taal van onze buren, en schieten zo in eigen voet'
(Trouw, 22 april 2022)
In het Nederlands voortgezet onderwijs wordt
nog steeds niet begrepen hoe belangrijk Europa is en de
rol daarin van Frankrijk en Duitsland, constateert
Marjolijn Voogel, romanist, socioloog en bestuurslid van
de Alliance Française.
Bob van Huet, 'Onderzoek Clingendael:
Vaarwel Amerika, hallo Frankrijk en Duitsland'
(Algemeen Dagblad, 21 september 2020)
Bijna driekwart van de Nederlanders denkt dat
ons land meer zou moeten samenwerken met Duitsland en
Frankrijk nu de Britten de EU verlaten en president
Donald Trump steeds vaker voor zichzelf kiest.
Nederlanders verliezen vertrouwen in oude vrienden en
omarmen buurlanden.
Lotte Jensen, 'Door het oprukkende
Engels onderschatten we het belang van talen als het
Frans en Duits' (De Volkskrant, 10 maart 2020)
Onlangs hield hoogleraar Lotte Jensen een
lezing in Parijs over de Nederlandse identiteit. Ze deed
dat op verzoek van de organisatie niet in het Engels,
want 'En France, on parle français!'. Deze ervaring
inspireerde Jensen tot een warm pleidooi voor
meertaligheid: 'Tijdens de discussie vroeg een Fransman
waarom het Engels zo dominant was op de Nederlandse
universiteiten. Ik gaf een uiteenzetting over de
eeuwenoude koopmansgeest van de Nederlanders, hun
utilitaire omgang met taal en de economische drijfveren
van instellingen om zo veel mogelijk buitenlandse
studenten aan te trekken. Door het oprukkende Engels
onderschatten we bovendien het belang van andere talen
als het Frans en Duits. In de Franse vertaling klonk dit
antwoord eloquent en gracieus.'
Het talenonderwijs van een open land als
Nederland mag zich niet beperken tot enkel Engels. Benut
de aanstaande curriculumherziening voor herwaardering
van het onderwijs in de buurtalen, door de examens te
laten aansluiten op internationale diploma’s, waarvoor
alle taalvaardigheden worden getoetst en die een
prachtige toegang bieden tot sterkere verbindingen met
onze buren en belangrijkste (handels)partners.
Marc van Oostendorp, 'Het Waterloo van
het Frans in Nederland: nog maar één hoogleraar Franse
letterkunde' (NRC, 28 februari 2020)
Nu de Leidse hoogleraar met emeritaat gaat,
blijft in Nederland nog één hoogleraar Franse
letterkunde over, Alicia Montoya in Nijmegen. Dat is
beschamend. Geen enkele andere cultuur is zo belangrijk
voor de onze als de Franse, al sinds de Middeleeuwen.
Wilfred Simons, 'Universitair
talenonderwijs in crisis: nog maar één hoogleraar
Franse Letterkunde in Nederland' (Leidsch Dagblad, 25 februari 2020)
Nederland heeft op dit moment één hoogleraar
Franse Letterkunde. Na het emeritaat van Paul J. Smith
aan de Universiteit Leiden houdt alleen Alicia Montoya
aan de Radboud Universiteit Nijmegen de tricolore nog
hoog. Het Frans deelt in de algemene malaise die het
taalonderwijs in Nederland treft. Steeds minder
eerstejaars studenten kiezen een ’schooltaal’ - het
Nationaal Platform voor de Talen noemt de belangstelling
voor Frans, Duits, Nederlands en zelfs Engels
’zorgwekkend laag’.
Janne Chaudron, 'Op het MBO is
Duits populair' (Trouw, 22 oktober
2019)
Het Duits op het mbo is bezig aan een opmars,
want de Duitse arbeidsmarkt biedt kansen, zo weten ze op
het ROC van Twente. Het vormt een contrast met de rest
van het onderwijs, waar de taal juist verliest aan
populariteit.
Ellen van
Gaalen, 'Alarm om Frans en Duits op middelbare school'
(De Gelderlander, 15 oktober 2019)
Scholieren die jarenlang Frans of Duits
hebben gehad, komen vaak van de middelbare school
zonder de taal echt te beheersen. De lessen zijn te
ouderwets, stellen deskundigen. Zij pleiten voor
minder woordjes stampen en grammatica en meer echte
communicatie.
Docenten Frans van middelbare school
Groenewald in Stein dompelen hun leerlingen sinds vier
jaar onder in de vreemde taal. Bijna de hele les spreken
ze Frans, indien nodig gebruiken ze er handen en voeten
bij. Met effect: de leerlingen vinden de lessen veel
leuker, halen betere cijfers en durven de taal beter te
spreken.
Caroline
de Gruyter, 'Verplicht Duits en Frans is goed voor
Europa( (NRC, 8 augustus 2019)
Duitsland is het grootste buurland van
Nederland, en de grootste handelspartner. Het is
belangrijk dat kinderen Duits leren. Veel bedrijven en
organisaties werken met Duitsers. In Berlijn spreekt
men misschien Engels, maar op het platteland minder.
Hetzelfde geldt voor het Frans: met Engels kom je in
Frankrijk of Franstalig België niet ver. Slecht voor
de banden met een (bijna-)buurland, slecht voor de
economie. Er is nog een belangrijke reden, die we best
eens mogen noemen: zonder Frans en Duits in je
talenpakket is het moeilijker om Europa te begrijpen.
Ellen van
Gaalen, 'Schoolvak Duits is in gevaar' (Algemeen
Dagblad, 7 augustus 2019)
Het onderwijs in de buurtalen Duits en Frans
is in gevaar. Docenten zijn moeilijk te vinden en
scholen kiezen vaker voor talen als Spaans, Chinees of
Russisch. Voor het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA)
reden om de noodklok te luiden. Het instituut vreest
ook dat de verplichting voor een tweede moderne
vreemde taal vervalt nu het ministerie van Onderwijs
werkt aan een vernieuwing van het curriculum. Vooral
het Engels heeft in de huidige plannen een verplicht
karakter. Taaldocenten, maar ook andere
belangenorganisaties vinden dat Duits en Frans voor
meer leerlingen verplicht moeten worden.
Ellen
van Gaalen, 'Examens toetsen de kennis van Duits helemaal
niet' (Algemeen Dagblad, 7 augustus 2019)
Docenten en taalinstituten vrezen dat ‘de
buurtalen’ verdwijnen. Drie jaar geleden adviseerde de
voorzitter van het Platform Onderwijs 2032 om Duits en
Frans als verplichte vakken te schrappen. De reden:
ondanks al die jaren Duitse of Franse lessen spraken
scholieren de talen nauwelijks. Eerlijk gezegd, geeft
docent Martin Ringenaldus toe, zit daar een kern van
waarheid in. 'We zitten als leraren in een spagaat. De
examens toetsen niet wat we de leerlingen aanleren'.
Voor de helft van hun examencijfer worden de
leerlingen getoetst op leesvaardigheid. Pleitbezorgers
van het onderwijs in de buurtalen vinden dat de
examens meer ruimte zouden moeten inruimen voor de
andere vaardigheden. Jos Brink, lerarenopleider Frans
aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN): 'Je
ziet honderden vacatures waarin het Frans als pre of
voorwaarde wordt genoemd. Het gaat er niet om dat
scholieren officiële brieven kunnen schrijven, want
dat doet een vertaalbureau wel. Maar ze moeten wel
telefoontjes van Franse firma's kunnen beantwoorden.
Dan kunnen ze de telefoon er niet op gooien omdat ze
geen Frans spreken.'
Ewout van
der Knaap, 'Taal- en cultuuronderwijs kan veel slimmer
en leuker' (NRC, 8 april 2019)
Docenten kunnen helpen de talen uit de
verdrukking te halen door literatuur te koppelen aan
taalvaardigheid, denkt Ewout van der Knaap. 'De
talenvakken hebben zoveel meer te bieden dan rijtjes,
structuren en oefeningen. Docenten kunnen het vak
verdieping geven en minder voorspelbaar maken.
Literatuur en film bieden een venster op de wereld,
kunnen leerlingen enthousiast maken voor de taal en de
culturen waarin de taal wordt gesproken. [...] Door
samenhangende en uitdagende lessen ontwikkelen
leerlingen cultuur- en taalbewustzijn. Deze leerlingen
zullen eerder voor talen kiezen.'
Priscilla van Agteren, 'Spreken
meerdere talen geeft studenten voorsprong op
arbeidsmarkt' (AD, 21 februari 2019)
Studenten in Nederland hebben een flinke
talenknobbel, zo blijkt uit onderzoek van vacaturesite
Magnet.me. Studenten spreken niet zelden drie of meer
talen en hebben daarmee een groot voordeel als ze de
arbeidsmarkt betreden. 'Van de meer dan 7000 vacatures
die wij op dit moment live hebben staan, wordt er bij
een kwart gevraagd dat je twee talen spreekt. Niet als
een pre, maar echt als vereiste.' Zelf drie talen of
meer spreken is dan geen overkill, maar alleen maar
handig. 'Bij de ene functie wordt gevraagd om iemand
die Nederlands en Engels spreekt, bij de andere weer
om Nederlands en Spaans. Hoe meer talen je spreekt,
hoe groter je kansen.'
'Duitse taal is niet populair, maar zou
dat wel moeten zijn' (EenVandaag, 9 oktober 2018)
Premier Mark Rutte mag zijn beste Duits weer
oppoetsen. Morgen verwelkomt hij namelijk de Duitse
bondskanselier Angela Merkel. Met het Duits van de
premier zit het wel goed, maar volgens onderzoekers
gaat het niet goed met de populariteit van het
schoolvak Duits. Uit onderzoek blijkt dat middelbare
scholieren het vak vaak laten vallen. In 2016 deed er
nog maar zo’n dertig procent van de scholieren
eindexamen in het vak Duits. Alarmerend, zeggen
experts, want dit zou op den duur de economie schaden.
Ton Nijhuis, 'Beheersing van vreemde
talen dient mede als tegengif voor oprukkend
nationalisme' (De Volkskrant, 26 september 2018)
Terecht is in de afgelopen week aandacht
gevraagd voor de moeilijke positie van Nederlands en
de moderne vreemde talen, vooral het Duits en Frans.
Op de Europese Dag van de Talen benadrukt Ton Nijhuis,
directeur van het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA),
dat een integrale aanpak hoog nodig is. 'Het ligt voor
de hand de afspraak die we in Europa hebben gemaakt om
te streven naar de beheersing van tenminste twee
vreemde talen opnieuw met leven en inhoud te vullen.
Dit mede als tegengif voor het oprukkende
nationalisme.'
Lotte Jensen, 'Verengelsing is niet
gelijk aan internationalisering' (NRC, 25 mei 2018)
Het hoger onderwijs wil verder
internationaliseren, maar richt zich daarbij eenzijdig
op het Engels. Lotte Jensen, hoogleraar Nederlandse
literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Radboud
Universiteit, pleit voor een visie die recht doet aan
de voordelen van meertaligheid in bredere zin:
'Internationalisering en het overgaan op het Engels
als voertaal in het hoger onderwijs worden ten
onrechte aan elkaar gelijkgesteld.
Internationalisering is echter zoveel meer dan dat.
Kennis van andere talen en culturen, zoals het
Chinees, Spaans, Frans, Russisch, Duits en Arabisch
zijn minstens zo belangrijk.'
Paul Scheffer, 'De heilloze weg naar
halftaligheid' (NRC, 23 mei 2018)
Paul Scheffer, hoogleraar Europese Studies
aan de Universiteit van Amsterdam, stelt dat de
voortschrijdende verengelsing van het hoger onderwijs
- gemotiveerd door economische motieven - dreigt te
leiden tot culturele en democratische verarming van de
samenleving. 'De recente ‘internationaliseringsagenda’
van universiteiten en hogescholen zwijgt in alle talen
over onze buurlanden. Ik denk te begrijpen waarom:
België, Frankrijk en Duitsland zijn terughoudend met
de introductie van het Engels. Deze landen zien wel de
betekenis van een taalgemeenschap voor de democratie
en cultuur. Misschien moeten de adepten van
internationalisering eens over de grens gaan kijken.'
Jessica van Spengen, 'Bedrijven zitten
te springen om Duitssprekend personeel' (EenVandaag, 23
april 2018)
De Duitse taalkennis van Nederlanders is
afgenomen. Veel onderhandelingen die vroeger in het
Duits gevoerd werden, doen bedrijven nu in het Engels.
De Duits-Nederlandse handelskamer maakt zich daar
zorgen over en wil leerlingen stimuleren om meer voor
Duits te kiezen. Nederland exporteert voor 100 miljard
aan Duitsland. Toch zou dat meer kunnen zijn, zegt
Günter Gülker van de handelskamer: 'We hebben in een
enquête ondernemers gevraagd hoeveel ze meer zouden
kunnen verdienen als er meer mensen Duits zouden
spreken. Dat zou 10 tot 15% zijn. Dus op z’n minst 10
miljard extra.'
Zes miljoen Nederlanders in de grensregio's
voelen zich niet altijd serieus genomen door Den Haag.
Staatssecretaris Raymond Knops komt met praktische
oplossingen om daar iets aan te doen. Hij vindt het een
gemiste kans dat jongeren steeds minder Duits en Frans
spreken: 'Taal is een smeermiddel om te kunnen werken.
Nederland is een klein land, we zijn een handelsnatie.
Van oudsher zeggen we dat Nederlanders hun talen goed
spreken, maar andere landen halen ons links en rechts
in. Dat baart mij zorgen. Ik ben geen voorstander van
verplichte taalles. Ik geloof heel sterk in het
stimuleren ervan. Dat moet nu gebeuren.'
Berthold van Maris, 'We willen te
perfect Frans spreken' (NRC, 9 april 2018)
Interview met socioloog Marjolijn Voogel
naar aanleiding van de verschijning van haar
proefschrift over de geschiedenis van het Frans als
vreemde taal in Nederland. Ze stelt dat veel mensen
ten onrechte denken dat ze niet in het Frans kunnen
communiceren: 'Mensen vergelijken zich altijd met
anderen. Als ik op het schoolplein met expats praat,
heb ik daar geen moeite mee omdat ik denk dat ik net
iets beter Engels klets dan de gemiddelde Nederlander.
Maar voor het Frans lijkt de lat veel hoger te liggen:
mensen zijn dan geneigd om zichzelf met een Fransman
te vergelijken en te denken: ik zal nooit zo goed
Frans spreken als een Fransman.'
Bruno Bernard, 'Leer Frans als je meer
wilt verdienen' (Dagblad van het Noorden, 13 maart 2018)
Professor Bruno Bernard is schrijver van
Zaken Doen-Parlons affaires en is export consultant
van de Europese Unie. In dit opiniestuk beargumenteert
hij op basis van recente economische feiten en cijfers
dat kennis van het Frans grote zakelijke voordelen
biedt: 'Dus een tip voor studenten: leer Frans en
verhoog je kansen op een goed salaris!'
Gea Meulema, 'Leerlingen willen een
taal kunnen gebruiken' (Dagblad van het Noorden, 8 maart
2018)
Steeds minder leerlingen kiezen Frans als
examenvak. Met de methode AIM probeert het Gomarus
College het tij te keren. Docent Wim Gombert vertelt
in dit artikel over de positieve effecten van deze
aanpak. Daarnaast komt Marjon Tammenga (vakdidacticus
aan de Rijksuniversiteit Groningen) aan het woord over
de positie van Frans en Duits in het onderwijs. Zij
benadrukt het culturele belang van buurtaalonderwijs:
'Jongeren moeten hun buren leren begrijpen. Ze moeten
zichzelf een spiegel voorhouden en begrip voor anderen
hebben. Je moet elkaar verstaan op alle niveaus.'
Roelof Bouwman en Henk Steenhuis, 'Het
recept voor een betere toekomst ligt in het verleden: we
moeten terug naar de hbs' (De Volkskrant, 23 februari
2018)
De auteurs van het boek 'Wij van de hbs -
Terug naar de beste school van Nederland' stellen dat
het een vergissing is geweest de hbs met zijn brede
vakkenpakket, in te ruilen voor opleidingen met een
smallere basis. 'Wij denken dat het recept voor een
betere toekomst in het verleden ligt. En dat recept
luidt: de brede basis moet terug. Het vwo dient weer
een opleiding te worden waar je eindexamen doet in
twaalf of in zestien vakken, net als vroeger.'
Rineke van Daalen, 'Zijn die talen wel
zo vreemd?' (rinekevandaalen.nl, 15 februari 2018)
Socioloog Rineke van Daalen vraagt aandacht
voor de situatie in het beroepsonderwijs, waar
internationalisering een steeds grotere rol speelt.
'Internationale stages worden niet genoemd, maar
toegesneden op het beroepsonderwijs zouden ook die
gebruikt kunnen worden om studenten te verleiden tot
het leren van andere talen. Zeker wanneer vakmanschap
in het buitenland iets anders heeft te bieden dan in
Nederland, en nog prestigieuzer is bovendien. Op het
vmbo zou daar dan wel op vooruit gelopen moeten
worden.’
Gerrit-Jan Kleinjan, 'Te weinig les in
Frans en Duits schaadt de economie' (Trouw, 12 februari
2018)
Een krimpend groepje leerlingen doet nog
eindexamen in Frans of Duits. Experts slaan alarm want
het belemmert samenwerking in met name de grensstreek.
Karel Groen, directeur van het Duits-Nederlandse
handelsnetwerk Eems Dollard Regio (EDR) en een van de
ondertekenaars van het manifest Buurtalen, zegt
hierover: 'Bedrijven, ook in de grensregio, beginnen
niet aan samenwerking, omdat mensen de taal niet
machtig zijn. Je ziet een eenzijdige focus op
metropolen zoals Berlijn, waar wel Engels wordt
gesproken.’
Saskia Messchendorp-Diderich, 'Leve het
school-Frans uit de jaren zestig' (De Volkskrant, 7
februari 2018)
Ingezonden brief in reactie op de column van
Aleid Truijens (De Volkskrant, 3 februari 2018).
'Talenkennis is niet alleen van praktisch nut, maar
geeft ook zo veel plezier. Niet alleen het simpele
begrijpen van teksten langs de weg, maar ook het
contact met inwoners, de lol van het kunnen lezen van
een Franse krant, de voldoening na het, zonder ANWB,
zelf oplossen van een lastig autoprobleem. Dat alles
is mogelijk met je school-Frans. [....] Scholen, gun
dit weer aan je leerlingen!’
Raphaël de Rue, 'Das war einmal!' (NRC,
6 februari 2018)
Ingezonden brief in reactie op het
opiniestuk van Yvonne Schoolmeesters (NRC, 29 januari
2018). Raphaël de Rue onderschrijft haar analyse en
benadrukt het belang van Frans en Duits in het
beroepsonderwijs: 'Nederlanders op alle niveaus, zeker
die buiten de Randstad komen vaker met Frans- of
Duitssprekenden in contact, dan met Engelstaligen en
kunnen een extra vreemde taal op school dus best
gebruiken.’
Maarten Huygen, 'Engels is minder
vanzelfsprekend dan Nederland denkt' (NRC, 5 februari
2018)
De opstellers van het KNAW-rapport 'Talen
voor Nederland' pleiten voor een samenhangend
talenbeleid. Daarbij wordt de positie van de buurtalen
expliciet benoemd: 'Terwijl onze aanwezigheid in en
samenwerking met de omringende landen alleen maar is
toegenomen, is de kennis van Frans en Duits, ooit zo
vanzelfsprekend, verschrompeld. Het voortgezet
onderwijs weet niet precies wat ze nu met de buurtalen
aan moet en op de universiteiten kiezen steeds minder
eerstejaars een talenstudie, zeker minder Frans en
Duits. Deze talen worden in de buurlanden vaak
vanzelfsprekend gekozen als omgangstaal, ook met
buitenstaanders, waar Nederlanders Engels zouden
gebruiken. Er gaapt duidelijk een kloof tussen
noodzakelijke en aanwezige talenkennis, en daar moet
nodig wat aan gebeuren.’
Aleid Truijens, 'Hoogopgeleid zijn is in Nederland geen
garantie meer voor beheersing van vreemde talen'
(De Volkskrant, 3 februari 2018)
Volkskrant-columnist Aleid Truijens
reageert met instemming op het manifest Buurtalen.
‘Ze hebben gelijk, de manifestschrijvers. Maar dat
gelijk krijgen ze pas als de noodzaak zich
aandient. Waarom zou het Engels, niet langer de
taal van één EU-land, altijd EU-voertaal blijven?
Frankrijk en Duitsland zijn de grootste landen van
de unie. Misschien is Trumpland de komende jaren
geen bewonderd gidsland meer. Scholen:
spring in dat gat in de markt.’
Romy Beijersbergen, 'Een goede buur is
beter dan een verre vriend' (journalist.io, 31 januari
2018)
Het tijdschrift van journalistiekstudenten in
Groningen interviewt Berrie de Zeeuw, een van de
intiatiefnemers van het manifest Buurtalen. Ook
vertelt een studente Duits en Pedagogische
wetenschappen over de geringe belangstelling van
jongeren voor het vak Duits: 'Dat zou veel meer
gestimuleerd moeten worden, bijvoorbeeld door ze mee
te nemen naar Duitsland. Studeren in Duitsland is
daarnaast ook super goedkoop. Daar denken pubers
natuurlijk helemaal niet over na, dus ik snap ook wel
dat middelbare scholen er minder de nadruk op leggen.
Maar zonde is het wel.’
Marc van Oostendorp, 'Het Engels trekt
aan ons allemaal' (neerlandistiek.nl, 30 januari 2018)
Taalwetenschapper Marc van Oostendorp reageert
op het debat over de positie van het Engels in
unviersitaire opleidingen. Hij stelt dat deze tendens
moet worden gezien in de bredere context van de
verengelsing van de Nederlandse samenleving en de
marktwerking in het hoger onderwijs. Het gevaar van
deze ontwikkeling schuilt volgens Van Oostendorp in
een culturele eenzijdigheid die maakt dat we met de
rug naar onze Franstalige en Duitstalige buren gaan
staan: 'Niet het Nederlands, onze kennis van vreemde
talen is vooralsnog het grootste slachtoffer van
verengelsing.’
Yvonne Schoolmeesters, 'Docenten Frans
en Duits hebben het gevoel aan een touwtje te bungelen'
(NRC, 29 januari 2018)
Yvonne Schoolmeesters luidt de noodklok met
een brief aan onderwijsminister Arie Slob. Zij
constateert dat docenten Duits en Frans zich
onvoldoende gesteund voelen door de overheid. ‘Luidt
niet het aloude gezegde dat het beter is te investeren
in een relatie met je buren dan met verre vrienden?
Nadrukkelijk wil ik u vragen vertrouwen te hebben in
én uit te spreken naar docenten Duits en Frans, opdat
ze kunnen blijven bouwen aan het fundament van een
duurzame relatie met onze buren.’
Martine Zuidweg, 'Manifest vraagt
aandacht voor Frans en Duits op school' (Vox, 29 januari
2018)
Het magazine van de Radboud Universiteit
interviewt hoogleraar Alicia Montoya naar aanleiding
van de lancering van het manifest Buurtalen. Zij maakt zich
grote zorgen over de teruglopende belangstelling
voor het Frans, die zij wijt aan de manier waarop
het vak de laatste jaren is uitgekleed. Zij betreurt
de eenzijdige focus op het Engels: ‘Nederland moet
beseffen dat de wereld groter is dan alleen de
Angelsaksische landen.’
Enith Vlooswijk, 'Als we niet
investeren in de Franse taal, verliezen bedrijven omzet
- klopt dat wel? (De Volkskrant, 29 januari 2018)
Naar aanleiding van uitspraken van
socioloog van Marjolijn Voogel onderzoekt De
Volkskrant of het Nederlandse bedrijfsleven inderdaad
schade ondervindt door het gebrek aan talenkennis.
Ondernemingsvereniging Evofenedex beschikt niet over
recente cijfers om deze claim te onderbouwen en
veronderstelt dat Engels in veel gevallen kan
volstaan. Volgens twee hoogleraren economie is dat
onjuist: de Fransen verwachten in hun eigen taal te
worden benaderd.
Marjolijn Voogel, 'Houd schoolvak Frans
in ere en maak het aantrekkelijker' (Het Reformatorisch
Dagblad, 20 januari 2018)
Als brug naar de mediterrane wereld
en als alternatief voor de dominante Angelsaksische
cultuur zijn Frankrijk en het Frans van belang voor
Nederlanders. De aanraking met een vreemde taal en de
bijbehorende andere manier van doen is essentieel voor
leerlingen die meer dan hun ouders met anderstaligen te
maken zullen krijgen.
Diede Hoekstra en Inge Franssen,
‘Belgen en Duitsers zijn goud waard voor
Zuidoost-Brabant’ (Eindhovens Dagblad, 27 november 2017)
Duitsers en met name Belgen weten
Nederland steeds beter te vinden, maar hotels,
restaurants en winkels profiteren daar nog veel te
weinig van. Een menukaart in het Duits of Frans is een
zeldzaamheid en de kennis in de horeca en detailhandel
over de gewoonten en wensen van de Belgen en Duitsers is
vaak onder de maat. Kortom, er is nog een wereld te
winnen.
René Cuperus, ‘Alle Nederlandse
beleidsmakers op Frankrijk-cursus’ (De Volkskrant, 7
augustus 2017)
Hoe kan het toch zijn dat zo'n
massale, langdurige aanwezigheid van Nederlanders in
Frankrijk zo weinig impact heeft gehad op de onderlinge
verstandhouding tussen die landen? Na de Brexit kan
Nederland zich deze lauwe, licht afwijzende houding
minder dan ooit veroorloven. Een verscherpte oriëntatie
op Parijs wordt relevanter dan ooit.
Yvonne Schoolmeesters, ‘Geef docenten
Frans en Duits kans hun lessen meer inhoud te geven’
(Trouw, 26 april 2017)
Onze huidige
samenleving draagt niet uit dat kennis van de talen en
culturen van de twee grootste Europese landen van veel
waarde is. Docenten zouden de ruimte moeten krijgen om
veel meer aandacht aan literatuur en cultuur te
besteden. Wie twijfelt aan de relevantie van de Franse
en Duitse taal en cultuur verwaarloost onze
gemeenschappelijke geschiedenis en heeft weinig
vertrouwen in een gezamenlijke toekomst voor
Europa.
Maarten Asscher, ‘Nederland en het Frans’
(Het Financieele Dagblad, 12 november 2016)
Frans is in de wereld sterk terrein
aan het winnen. Volgens voorspellingen van de Verenigde
Naties zal de taal in 2050 bijna een miljard sprekers
kennen. Het belang van de Franse taal gaat niet louter
om zeven eeuwen cultuurgeschiedenis of om de hedendaagse
contacten met Parijs, maar ook om de toekomstige
politieke, economische en culturele positie van
Nederland op het wereldtoneel.
Leonie Breebaart, ‘Franse woordjes’
(Trouw, 20 januari 2016)
Het is van belang dat minstens alle
havisten en vwo’ers een paar jaar geconfronteerd worden
met Franse en/of Duitse woordjes. Hoe de wereld er in
2032 ook uit zal zien, Nederland zal dan ook nog liggen
naast de Duitstalige en vlak boven de Franstalige
wereld.
Ton Janssen, ‘Duits is meer dan een taal’
(Eindhovens Dagblad, 30 januari 2016)
De voorzitter van de vereniging van
lerarenopleiders Duits spreekt zijn bezorgdheid uit naar
aanleiding van het het rapport 'Platform onderwijs2032',
waarin gesteld wordt dat de verplichte tweede vreemde
taal kan worden afgeschaft. Ook het lerarentekort is
problematisch. Het is essentieel dat leerlingen op jonge
leeftijd kennismaken met de taal en de cultuur van
Duitsland. De overheid zou maatregelen moeten nemen om
het tij te keren.
Ewout van der Knaap, 'Zonder
Frans of Duits telt Nederland niet mee' (De
Volkskrant, 26 januari 2016)
De voorzitter van de Vereniging van
Germanisten aan Nederlandse universiteiten vindt dat
leerlingen naast het Engels een tweede vreemde taal
moeten leren. Hij verzet zich tegen het advies van
Platform Onderwijs2032 dat deze verplichting wil
loslaten. Het is een misrekening om te denken dat
mensen hun talenkennis later kunnen bijspijkeren als
de arbeidsmarkt daarom vraagt. Het decimeren van het
talenonderwijs betekent dat Nederland zijn positie in
Europa niet serieus neemt.
Yvonne Schoolmeesters,
‘Zonder Duits en Frans redt Nederland het niet’ (De
Volkskrant, 14 april 2015)
Docenten Duits en Frans zijn op
veel scholen verwikkeld in een concurrentiestrijd om
het aantal lesuren of zelfs om het voortbestaan van
hun vak. Beide partijen vragen aandacht voor het
economisch belang van hun vak, maar laten we niet
eenzijdig daarop focussen. Taallessen draaien vooral
ook om het leren kennen van de rijke culturen van onze
buurlanden. ‘Zo kan liefde voor taal gedijen en
ontstaat bij jonge mensen zelfvertrouwen om zich
vrijelijk te bewegen in Europa. Dan vinden zij als
vanzelf de weg naar het bedrijfsleven.’
Marjolijn Voogel, ‘Franse
taal is exotisch genoeg voor X-factor’ (Trouw, 27
maart 2015)
Zoveel handelspartners spreken
Frans. Socioloog Marjolijn Voogel begrijpt daarom niet
waarom scholen besluiten deze taal als vak af te
schaffen. Doordat een goede kennis van het Frans
steeds uitzonderlijker wordt, geldt die als een
X-factor. Redenen om leerlingen in het voortgezet
onderwijs de kans te blijven bieden Frans te leren.
Kim
Putters, ‘Nederlands en Engels niet voldoende’ (Het
Financieele Dagblad, 13 oktober 2015)
Volgens
de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau
moet het in een moderne samenleving gaan over
meertaligheid, niet enkel over tweetaligheid.
Beheersing van alleen het Engels is niet voldoende.
Duits en Frans zijn in de grensregio’s cruciaal om
elkaar goed te begrijpen.
Olivier
van Beemen, ‘Taal met een grote toekomst’ (Elsevier,
17 mei 2014)
Volgens onderzoekers kan Frans rond
2050 de meest gesproken taal op aarde zijn. Het aantal
Franstaligen ter wereld zal fors toenemen en mogelijk
verdrievoudigen, terwijl grote talen als Chinees en
Spaans waarschijnlijk stagneren.
Ariejan Korteweg, ‘Het wordt
tijd om Frankrijk weer te omarmen’ (De Volkskrant,
20 januari 2014)
Op economisch gebied zijn Nederland
en Frankrijk met dikke kabels aan elkaar geklonken.
Frankrijk is onze op twee na grootste exportbestemming
en zevende leverancier. Kennis van het Frans is daarom
van groot belang en het wordt tijd om Frankrijk weer
te omarmen.